Onbekeerd en toch evangeliseren?
Om Sions Wil 2023-03
Door: Bram van der Horst
We kunnen dit dilemma vanuit een paar verschillende invalshoeken bekijken. Eerst, dat je graag wilt evangeliseren. Fijn! Iedereen moet het immers horen! Ja, maar dan moet je toch wel bekeerd zijn. Of niet dan? Als ik dan zeg dat je bekeerd moet zijn, dan vraag je of je dat wel zeker kunt weten. In dit artikel wil ik dit eens van dichtbij bekijken. Zit je na het lezen nog met vragen of opmerkingen, reageer gerust. Ik zie je reactie graag komen.
Herken je wat er in de intro staat? Het is heel fijn als je graag wilt evangeliseren! Er zijn zoveel mensen in ons land die de blijde boodschap van Gods genade nog nooit gehoord hebben! Als je het evangelie met anderen wilt delen, is dat dus heel mooi. Dan heeft het evangelie, de goede boodschap, iets bij jezelf gedaan. Toch? Of vind je de boodschap zo bijzonder dat iedereen het moet horen, terwijl het je eigen hart niet veranderd heeft?
In Mattheüs 6 geeft Jezus een voorbeeld van biddende farizeeërs die op de hoeken van de straten staan te bidden om door de mensen gezien te worden. Zo kun je ook evangeliseren. Met het doel dus om door de mensen gezien te worden. Je voelt aan dat dat niet de juiste grondgedachte is. Want ik hoef je toch niet te vertellen dat je met evangeliseren de hemel niet kunt verdienen?
Getuigen
Maar laat ik het positief benaderen. Je wilt evangeliseren omdat je bewogen bent met het lot van je medemens. Dat is een goede beweegreden! Je hoeft dat trouwens niet op straat te doen, hè. Op de plek waar de Heere je geplaatst heeft, kun je van Hem getuigen. Op school, op je werk. Tijdens je vakantiebaantje, of je zaterdagbaan. Soms met woorden, maar altijd met daden. Als je omgeving ziet dat je anders bent (niet beter!) dan kan zomaar de vraag op je afkomen waarom je bent zoals je bent. Waarom je niet scheldt of vloekt. Waarom je niet naar popconcerten gaat en wat je elke zondag in de kerk doet. En dan mag je getuigen. Vertellen dat je graag wil leven tot de eer van je Schepper.
Onbekeerd
De onderliggende vraag uit ons dilemma is: ‘Mag ik evangeliseren als ik onbekeerd ben?’ Natuurlijk kan ik dan antwoorden dat je niet onbekeerd mag zijn. En dat is zeker zo. Je kunt ook stellen dat je nooit van Gods grote genade kunt getuigen als je dat zelf niet vanbinnen kent. Als je over een gebeurtenis vertelt die je zelf ook alleen maar gehoord hebt, kun je best een waarheidsgetrouw verslag doen. Maar als je er zelf bij was, als je het zelf gezien hebt, vertel je anders. Zo is het ook met evangelisatie. Als je Jezus’ reddende liefde in je hart voelt en als je hart brandt door Zijn grote barmhartigheid aan jouw ziel, dan vertel je niet, maar dan getuig je! Dan getuig je van Zijn liefde, die er is voor iedereen. Hoe slecht of goddeloos je ook bent. Dan beginnen je ogen te schitteren als je denkt aan je Zaligmaker. Voel je het verschil met iemand die God niet persoonlijk kent? Die evangeliseert anders. En dan nu het grote wonder: de Heere kan het allebei gebruiken!
Onzekerheid
Een andere vraag die er onder kan liggen is ‘Hoe weet ik of ik bekeerd ben of niet?’ Kun je dat wel weten? En hoe weet je dat dan? Hier hebben we te maken met een problematiek die in de volle breedte van reformatorisch Nederland speelt. Bij oud en jong! Soms lijkt het wel alsof onzekerheid het kenmerk van het ware geloof is. Maar als je daar goed over nadenkt, moet je tot de conclusie komen dat dat niet klopt.
Onzekerheid komt door ongeloof. En ongeloof is zonde. Zó! Heftig hè? Ja maar zo is het wel. De Heere Jezus zegt dat Hij je niet zal wegsturen als je naar Hem toe komt. Als je dat niet gelooft, maak je Hem uit voor leugenaar. En je voelt toch wel aan dat dat inderdaad zonde is.
Zekerheid
Kun je weten of je een kind van God bent? Jazeker, dat kun je weten. De Dordtse Leerregels geven je het antwoord. Er staat – met mijn woorden – Kijk eens in je leven of je de onmiskenbare bewijzen ziet. Deze bewijzen worden in de Bijbel genoemd. Namelijk het ware geloof in Christus, kinderlijke eerbied voor God, droefheid over de zonde overeenkomstig de wil van God, honger en dorst naar de gerechtigheid enzovoort. (zie: DL hst.1 par.12)
Dus, als je een kind van God bent, wil je niet anders dan Zijn wil doen. Dan hoeft niemand je te dwingen om Zijn geboden te houden. Je wilt alleen maar tot eer van je Schepper en Zaligmaker leven. Niemand weet wat er diep in je hart leeft. Daarom ben jij degene die kan weten of je een kind van God bent. Want juist uit je diepste verlangens kun je weten van wie je het meeste houdt. Evangeliseer vanuit dát diepe verlangen!
Maak jouw eigen website met JouwWeb