Mijn droom

Ik had een droom[1] die te mooi is om waar te zijn.

 

Het is zondagmorgen. De zon staat nog laag aan de hemel en verdrijft de laatste resten van de ochtendnevels. De deuren in onze straat gaan open en er verschijnen mensen. De christenen uit onze wijk gaan naar de kerk. Op zich gebeurt dat elke zondag. Daar is niets bijzonders aan. En toch is er iets dat het anders maakt dan alle andere keren. Ik kijk om mij heen en constateer tot mijn blijdschap dat we allemaal in dezelfde richting lopen. Op weg naar de enige kerk in onze wijk. Niemand stapt op de fiets of in de auto om naar een kerk in een ander gedeelte van de stad - of zelfs naar een andere stad - te rijden. Nee, we lopen allemaal. Naar dezelfde kerk. We knikken naar elkaar en er voegen zich steeds meer buurtbewoners bij de groter wordende stroom kerkgangers. De vrouw die in de straat achter ons woont, met haar excentrieke kleding en rode strepen in haar uitbundige zwarte haar. De buurman van een eindje verderop in driedelig donkerblauw en zijn vrouw met haar zwarte mantelpakje en bijpassend hoedje. De rijzige arts in een lichtgrijs pak met krijtstreep en zijn vrouw in felrood. De kassière van onze supermarkt in haar spijkerbroek en een blauwe lint in haar blonde haar, samen met haar vriend. De krantenjongen met zijn stekeltjeshaar, hand in hand met zijn nieuwe vriendin. Allemaal lopen we dezelfde kant op. Onder veel armen zit een boek geklemd. Bijbels. Ik zie ze in allerlei soorten, maten en kleuren. Al even veelkleurig als de tekst die tussen de kaften zit. Allen zijn we op weg naar dezelfde kerk.

De dominee preekt deze morgen over de woorden uit het gebed van de Heere Jezus: “Opdat zij allen één zijn … zodat de wereld gelooft dat U Mij gestuurd hebt.”

Ik zie dat de arts, die een eindje voor mij zit, naar het echtpaar uit Irak kijkt. De Iraakse man voelt dat en knipoogt naar hem. Dan kijkt hij weer naar de dominee. We zingen, en het klinkt prachtig! In allerlei talen door elkaar. Eén melodie. Veelkleurig. Een donkere man uit Ghana in zijn veelvervige kleding slaat met zijn vlakke hand zacht de maat op de bank voor hem en wiegt met zijn hoofd. Mijn buurman in zijn donkere pak kijkt naar hem en glimlacht terwijl hij de woorden van het gezang meezingt.

 

Toen werd ik wakker. Het duurde even voor ik besefte dat ik gedroomd had. De grauwe dagelijkse werkelijkheid viel als een betonblok op me en ik stapte mijn bed uit. Even later fietste ik in mijn nette pak drie kerken voorbij om in mijn kerk te komen. Daar wordt de waarheid verkondigd.

 

[1] Geïnspireerd door de droom van Martin Luther King jr. uit zijn redevoering van 28 augustus 1963 in Washington. Een publiek van meer dan 200.000 mensen, in allerlei kleuren, was er bij. Maar of het iets heeft veranderd... Op 4 april 1968 werd hij doodgeschoten. Hij werd 39 jaar oud.